Wat is de betekenis van de waarschuwingslampjes in je auto?

Controlelampje markeringslicht

Controlelampje markeringslicht

Controlelampje grootlicht

Controlelampje grootlicht

Controlelampje dimlicht

Controlelampje dimlicht

Controlelampje mistachterlicht

Controlelampje mistachterlicht

Controlelampje richtingaanwijzers links

Controlelampje richtingaanwijzers links

Controlelampje richtingaanwijzers rechts

Controlelampje richtingaanwijzers rechts

Waarschuwingslampje stop onmiddellijk

Waarschuwingslampje stop onmiddellijk

Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact en dooft zodra de motor start. Het kan tegelijk met andere waarschuwingslampjes en/of berichten verschijnen, eventueel vergezeld van een geluidssignaal.

Het dwingt u, voor uw veiligheid, direct te stoppen zonder het verkeer in gevaar te brengen. Stop de motor en start deze niet opnieuw.

Roep de hulp in van een merkdealer.

Waarschuwingslampje storingsdetectie remsysteem

Waarschuwingslampje storingsdetectie remsysteem

Dit gaat branden als u het contact aan zet en dooft na enkele secondes.

Als het controlelampje tijdens het remmen gaat branden samen met het waarschuwingslampje ® en er een geluidssignaal klinkt, dan wijst dat op een daling van de hoeveelheid remvloeistof of op een storing aan het remsysteem.

Stop en roep de hulp in van een merkdealer.

Waarschuwingslampje laadstroom

Waarschuwingslampje laadstroom

Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact, en dooft na enkele secondes.

Als het tijdens het rijden gaat branden samen met het waarschuwingslampje ® en er een geluidssignaal klinkt, betekent dit dat het elektrische circuit onvoldoende of te veel geladen wordt.

Stop en roep de hulp in van een merkdealer.

Waarschuwingslampje oliedruk

Waarschuwingslampje oliedruk

Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact, en dooft na enkele secondes.

Als het tijdens het rijden gaat branden samen met het waarschuwingslampje ® en er een geluidssignaal klinkt, moet u direct stoppen en het contact uitzetten.

Controleer het oliepeil. Als het peil normaal is, betreft het controlelampje iets anders.

Roep de hulp in van een merkdealer.

Waarschuwingslampje snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging

Waarschuwingslampje snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging

Het licht op bij het aanzetten van het contact of het starten van de motor en dooft binnen enkele seconden.

Als het verschijnt tijdens het rijden, samen met het waarschuwingslampje ®, duidt dit op een storing in het systeem.

Stop en roep de hulp in van een merkdealer.

Waarschuwingslampje

Waarschuwingslampje

Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact, en dooft zodra de motor draait. Het kan tegelijk gaan branden met andere controlelampjes en/of boodschappen op het instrumentenpaneel.

Dit betekent dat u zo snel mogelijk, maar wel voorzichtig, naar een merkdealer moet rijden. Als u dit advies negeert, loopt u het risico dat uw auto beschadigd wordt.

Waarschuwingslampje luchtverontreiniging

Waarschuwingslampje luchtverontreiniging

Bij auto's die hiermee zijn uitgerust, gaat het lampje branden wanneer de motor wordt gestart en afhankelijk van de auto gaat het lampje uit wanneer de motor wordt uitgeschakeld nadat deze in stand-by is gezet (raadpleeg de informatie over de functie Stop and Start in hoofdstuk 2).

–Als het continu brandt, moet u zo snel mogelijk een merkdealer raadplegen;

–als het knippert, moet u vaart verminderen tot het knipperen ophoudt. Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merkdealer.

Raadpleeg de paragraaf “Tips voor onderhoud en minder luchtverontreiniging” in hoofdstuk 2.

Waarschuwingslampje automatische parkeerrem vastgezet

Waarschuwingslampje automatische parkeerrem vastgezet

Lees het punt “Automatische parkeerrem” in hoofdstuk 2.

Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur

Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur

De plaats van het controlelampje op het instrumentenpaneel hangt af van de gekozen rijwerking en de koelvloeistoftemperatuur (zie “Displays en meters” in hoofdstuk 1).

Het licht rood op bij het aanzetten van het contact of bij het starten van de motor, en wordt na enkele seconden blauw of wit of gaat uit, afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur van de motor.

Als het rood wordt, moet u stoppen en de motor een tot twee minuten stationair laten draaien. De temperatuur moet zakken en het controlelampje moet wit worden of uitgaan. Als dit niet zo is moet u de motor stoppen. Laat dit afkoelen voordat u het koelvloeistofpeil controleert (zie “Koelvloeistofpeil” in hoofdstuk 4). Als het peil normaal is, betreft het controlelampje iets anders. Roep de hulp in van een merkdealer.

Waarschuwingslampje antiblokkeersysteem

Waarschuwingslampje antiblokkeersysteem

Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact, en dooft na enkele secondes.

Als dit lampje tijdens het rijden oplicht, wijst dit op een storing in het ABS-systeem.

Er kan dan met de auto worden geremd als bij een auto zonder ABS. Raadpleeg snel een merkdealer.

Indicatielampjes voor overschakelen naar de volgende versnelling

Indicatielampjes voor overschakelen naar de volgende versnelling

In handmatige modus lichten ze op om u te adviseren om omhoog (pijl omhoog) of omlaag (pijl omlaag) te schakelen. Raadpleeg de paragraaf “Tips voor het rijden, zuinig rijden” in hoofdstuk 2.

Controlelampje elektronisch stabiliteitsprogramma (ESC) en tractiecontrole

Controlelampje elektronisch stabiliteitsprogramma (ESC) en tractiecontrole

Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact, en dooft na enkele secondes.

Er zijn verschillende redenen waarom het waarschuwingslampje gaat branden: zie het punt ‘Hulp- en correctiesystemen tijdens het rijden’ in hoofdstuk 2.

Waarschuwingslampje deactivering elektronisch stabiliteitsprogramma (ESC) en tractiecontrolesysteem

Waarschuwingslampje deactivering elektronisch stabiliteitsprogramma (ESC) en tractiecontrolesysteem

Zie "Soorten rijwerking" en “Hulp- en correctiesystemen tijdens het rijden” in hoofdstuk 2.

Controlelampje van de snelheidsbegrenzer

Controlelampje van de snelheidsbegrenzer

Raadpleeg de informatie over de “Snelheidsbegrenzer” in hoofdstuk 2.

Waarschuwingslampje snelheidsregelaar

Waarschuwingslampje snelheidsregelaar

Raadpleeg de paragraaf “Snelheidsregelaar” in hoofdstuk 2.

Waarschuwingslampje motor op stand-by

Waarschuwingslampje motor op stand-by

Zie “Functie Stop and Start” in hoofdstuk 2.

Waarschuwingslampje motor kan niet op stand-by worden gezet

Waarschuwingslampje motor kan niet op stand-by worden gezet

Zie “Functie Stop and Start” in hoofdstuk 2.

Controlelampje bij te lage bandenspanning

Controlelampje bij te lage bandenspanning

Dit lampje verschijnt als u het contact aanzet of de motor start, en het verdwijnt na enkele seconden, Zie “Controlesysteem bandenspanning” in hoofdstuk 2.

Richtingaanwijzer
           Airbag

Richtingaanwijzer Airbag

Dit lampje verschijnt als u het contact aan zet en verdwijnt na enkele seconden.

Als het niet oplicht bij het aanzetten van het contact of als het oplicht bij draaiende motor, wijst dit op een storing in het systeem.

Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merkdealer.

Waarschuwingslampje brandstofpeil

Waarschuwingslampje brandstofpeil

Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact, en dooft na enkele secondes.

Ga zo snel mogelijk tanken als dit lampje oplicht tijdens het rijden. Er is dan nog voldoende brandstof over om nog ongeveer 50 km te rijden. Zie “Bijzonderheden van de benzinemotor” in hoofdstuk 2.

Waarschuwingslampje portier/klep

Waarschuwingslampje portier/klep

Dit licht op, eventueel samen met een bericht op het instrumentenpaneel, om u te waarschuwen dat een van de portieren of kleppen open is.

Waarschuwingslampje van het niet dragen van de autogordel

Waarschuwingslampje van het niet dragen van de autogordel

Raadpleeg de paragraaf “Autogordels” in hoofdstuk 1.

Systeemwaarschuwingslampje roetfilter (benzine-uitvoering)

Systeemwaarschuwingslampje roetfilter (benzine-uitvoering)

Zie “Bijzonderheden van de benzinemotor” in hoofdstuk 2.

Passagiers
          Airbag
          OFF

Passagiers Airbag OFF

Zie “Kinderveiligheid: uitschakelen/inschakelen van de passagiersairbag voorin” in hoofdstuk 1.