Terug naar de lijst

Regeneratief remsysteem

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Regeneratief remsysteem

Introductie

Bij loslaten van het gaspedaal gebruikt het voertuig regeneratief remmen om het voertuig af te remmen.
Deze energie wordt volledig omgezet in elektriciteit om de tractiebatterij op te laden.
De bediening aan het stuurwiel 2 kan worden gebruikt om het regeneratief remmen te verhogen of verlagen.
WAARSCHUWING
Het regeneratief remmen kan in geen geval het indrukken van het rempedaal vervangen.
Raad
Onder bepaalde omstandigheden (volledig opgeladen accu, te warm of te koud, motor warm, enz.) zullen de prestaties van het regeneratieve remsysteem beperkt zijn, wat resulteert in minder afremmen op de motor bij het loslaten van het gaspedaal.
Op het instrumentenpaneel informeert de vermogensmeterindicator 1 u over het beschikbare regeneratieve rempotentieel. Desondanks blijft het remvermogen bij het gebruik van het rempedaal behouden en kan de rijsnelheid nog steeds worden beperkt.

Bediening van regeneratief remmen 2

Met de aanraakbediening 2 kan het regeneratieve remniveau worden gewijzigd:
  • draai de hendel 2 in de richting van A om de motorrem te verhogen wanneer u het gaspedaal loslaat;
  • draai de hendel 2 in de richting van B om de motorrem te verlagen wanneer u het gaspedaal loslaat;
Het niveau dat met de hendel 2 is geselecteerd, werkt niet zolang de functie Adaptieve snelheidsregelaar is geactiveerd STOP AND GO ADAPTIEVE SNELHEIDSREGELAAR.

Rijden met de regeneratieve rembediening

Niveaus van regeneratief remmen
Afhankelijk van het niveau dat met de knop 2 is geselecteerd, informeert de indicator 3 u over het regeneratieve remniveau:
  • C: het niveau "Vrijloop" voor een soepele en zuinige rit, standaardwaarde gekoppeld aan de modus Save (Besparen). De vereiste is dat u beter anticipeert tijdens het rijden;
  • D: remmen op de motor bij het loslaten van het gaspedaal, standaard gekoppeld aan de normale en sportmodus;
  • E: middelmatige motorrem bij het loslaten van het gaspedaal;
  • F: sterk afremmen op de motor bij het loslaten van het gaspedaal.
Opmerking: wanneer de motor is uitgeschakeld, wordt het huidige regeneratieve remniveau opgeslagen.