Terug naar de lijst
Hulpen correctiesystemen tijdens het rijden
Hulpen correctiesystemen tijdens het rijden
Introductie
Afhankelijk van de auto bestaan deze uit:
- het ABS (antiblokkeerremsysteem);
- van het elektronische stabiliteitsprogrammaESC met onderstuurcontrole en tractiecontrole;
- de noodstopbekrachtiging met, afhankelijk van de auto, remanticipatie;
- hulp bij wegrijden op een helling;
- Multi-Collision Braking;
- van het regeneratief remsysteem.
Andere rijassistentiesystemen worden in deze folder beschreven.
WAARSCHUWING
Deze functies zijn extra hulpmiddelen in kritieke situaties waarbij het rijgedrag
van de auto aangepast wordt.
Maar deze functies kunnen de taak van de bestuurder niet overnemen. De limieten van de auto blijven onveranderd; ga daarom dus niet harder rijden. Deze functies kunnen dus in geen geval de oplettendheid of de verantwoordelijkheid
van de bestuurder overnemen - de bestuurder moet altijd alert zijn op plotselinge
gebeurtenissen die zich tijdens het rijden kunnen voordoen.
ABS (antiblokkeersysteem)
Bij krachtig remmen voorkomt ABS het blokkeren van de wielen, zodat de remweg beheersbaar en de auto bestuurbaar blijft.
In deze situatie zijn uitwijkmanoeuvres tijdens het remmen mogelijk. Bovendien verbetert
dit systeem de remweg, met name op een weg met weinig grip (natte weg, enz.).
Als het systeem de remdruk voor u regelt, voelt u een lichte trilling in het rempedaal.
Het ABS kan echter nooit de "fysieke" prestaties van de grip tussen de banden en het wegdek
verbeteren. Blijf altijd de gebruikelijke voorzichtigheid in acht houden (afstand bewaren enz.).
Raad
Bij krachtig remmen kunt u het rempedaal diep ingedrukt houden. Het is niet nodig "pompend" te remmen. Het ABS regelt de kracht in het remsysteem.
Storingen
- en branden op het instrumentenpaneel en, afhankelijk van de auto, de berichten "Controleer ABS", "Controleer remsysteem" en "Controleer ESC" worden getoond: dit geeft aan dat ABS, ESC en de noodstopbekrachtiging zijn uitgeschakeld maar dat remmen nog steeds mogelijk is;
- , , en verschijnen op het instrumentenpaneel, samen met het bericht "Storing remsysteem": dit wijst op een storing in het remsysteem.
Neem in beide gevallen contact op met een erkende dealer.
WAARSCHUWING
Het remsysteem werkt nog gedeeltelijk. Maar het is gevaarlijk om krachtig te remmen. U moet direct stoppen zonder het overige verkeer in gevaar te brengen. Roep de hulp
in van een merkdealer.
Elektronisch stabiliteitsprogramma ESC met onderstuurcontrole en tractiecontrole
Elektronisch stabiliteitsprogramma ESC
Dit systeem helpt u de controle over de auto te behouden in kritieke rijsituaties
(uitwijken voor een obstakel, verlies van grip op de weg in een bocht, enz.).
De werking van de startvergrendeling
Een opname-element in het stuurwiel registreert de richting waarin de bestuurder de
auto wil laten rijden.
Andere opname-elementen in de auto registreren de werkelijke verplaatsingsrichting.
Het systeem vergelijkt de door de bestuurder gegeven bevelen en gekozen richting met
de werkelijke verplaatsingsrichting van de auto en corrigeert deze laatste door, indien
nodig, op bepaalde wielen te remmen en/of het motorvermogen aan te passen. Als het
systeem in werking is, knippert het controlelampje op het instrumentenpaneel.
Onderstuurregeling
Dit verbetert de werking van het ESC bij sterk onderstuur van de auto (als de voorwielen hun grip verliezen).
Tractiecontrole
Dit systeem helpt het slippen van de aangedreven wielen te beperken en de auto bij
het wegrijden, accelereren of decelereren te controleren.
De werking van de startvergrendeling
Met behulp van opname-elementen bij de wielen, meet en vergelijkt het systeem constant
de snelheid van de aangedreven wielen en remt het deze af als ze doorslippen. Als
een wiel neigt naar doorslippen, zorgt het systeem voor het afremmen van het betreffende
wiel, totdat de snelheid van het wiel overeenkomt met de grip op de weg.
Storingen
Wanneer het systeem een storing detecteert, verschijnt het bericht "Controleer ESC" op het instrumentenpaneel, evenals de waarschuwingslampjes en . In dit geval zijn het ESC en de tractiecontrole uitgeschakeld.
Ga naar een merkdealer.
Noodstopbekrachtiging
Dit systeem is een aanvulling op het ABS dat zorgt voor het verminderen van de remweg van de auto.
De werking van de startvergrendeling
Het systeem herkent wanneer een noodstop wordt uitgevoerd. In dit geval ontwikkelt
het remsysteem onmiddellijk de maximale kracht en kan het ABS-systeem in werking treden.
Het ABS-remsysteem blijft werken zolang het rempedaal ingedrukt is.
Remlichten gaan aan
Afhankelijk van de auto kunnen deze knipperen bij krachtig afremmen.
Remanticipatie
Afhankelijk van de auto anticipeert het systeem, als u snel het gaspedaal loslaat,
op het remmen om de remweg te verminderen.
Bijzondere gevallen
Tijdens het gebruik van de snelheidsregelaar:
- als u het gaspedaal gebruikt, kan het systeem in werking komen als u het pedaal loslaat;
- als u het gaspedaal niet gebruikt, wordt het systeem niet geactiveerd.
Storingen
Als het systeem een storing signaleert, verschijnt het bericht "Controleer remsysteem" op het instrumentenpaneel, in combinatie met het oplichten van het waarschuwingslampje
.
Ga naar een merkdealer.
WAARSCHUWING
Deze functies zijn extra hulpmiddelen in kritieke situaties waarbij het rijgedrag
van de auto aangepast wordt.
Deze functies kunnen de taak van de bestuurder niet overnemen. De limieten van de auto blijven onveranderd; ga daarom dus niet harder rijden. Deze functies kunnen dus in geen geval de oplettendheid of de verantwoordelijkheid
van de bestuurder overnemen - de bestuurder moet altijd alert zijn op plotselinge
gebeurtenissen die zich tijdens het rijden kunnen voordoen.
Hulp bij wegrijden op een helling
Afhankelijk van de helling van de weg helpt dit systeem de bestuurder bij het wegrijden
op een helling. Het voorkomt dat de auto achteruit rolt, door automatisch de remmen
vast te zetten als de bestuurder het rempedaal loslaat om het gaspedaal te bedienen.
Werking van het systeem
Het werkt alleen wanneer de van de versnellingsbak in een andere stand dan N staat en het voertuig geheel stil staat (rempedaal ingedrukt).
Het systeem houdt de auto ongeveer 2 seconden stil. Daarna komen de remmen geleidelijk vrij (de auto rolt naargelang de helling).
WAARSCHUWING
Het systeem van de hulp bij het wegrijden op een helling kan niet in alle gevallen
totaal verhinderen dat de achteruit rijdt (zeer steile helling, enz.).
De bestuurder kan altijd het rempedaal bedienen om het achteruitrijden van de auto
te verhinderen.
De Hulp Bij Het Wegrijden Op Een Helling mag niet gebruikt worden om de auto langdurig
stil te houden: gebruik het rempedaal.
Deze functie is niet bedoeld om de auto permanent te laten stilstaan.
Gebruik indien nodig het rempedaal om de auto te stoppen.
De bestuurder moet bijzonder voorzichtig rijden op een glad oppervlak of bij weinig
grip.
Gevaar van ernstige verwondingen.
Multi-Collision Braking
Multi-Collision Braking verkleint het risico op een extra aanrijding na een ongeval,
door uw voertuig tijdelijk tot stilstand te brengen.
De werking van de startvergrendeling
Wanneer het airbagsysteem een aanrijding detecteert, worden de gordelspanners of airbags
geactiveerd AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOORIN en activeert de functie "Multi-Collision Braking" het elektronische stabiliteitsprogramma
(ESC) om de auto te remmen.
Multi-Collision Braking wordt tijdens bedrijf gedeactiveerd als:
- als de remkracht die ontstaat doordat de bestuurder het rempedaal indrukt, groter is dan de kracht die ontstaat doordat het systeem automatische remmen activeert.
Opmerking: Multi-Collision Braking vereist de goede werking van het remsysteem van uw voertuig.
Storingen
Als het systeem een storing detecteert, verschijnt het bericht "Controleer Post-collision" op het instrumentenpaneel en licht het waarschuwingslampje op.
In dit geval is de functie gedeactiveerd. Ga naar een merkdealer.
Regeneratief remsysteem
Tijdens het remmen kan het regeneratief remsysteem de door de vertraging van de auto
geproduceerde energie omzetten in elektrische energie.
Hierdoor wordt de 400 V-tractiebatterij opgeladen en wordt de actieradius vergroot.
Storingen
- verschijnt op het instrumentenpaneel, samen met het bericht "Controleer remsysteem": rembekrachtiging is nog steeds in werking.
In deze omstandigheden kan het indrukken van het rempedaal anders aanvoelen.
Wij raden aan het rempedaal diep ingedrukt te houden.
Raadpleeg een merkdealer.
- verschijnt op het instrumentenpaneel, samen met het bericht "Storing remsysteem": dit wijst op een storing in het remsysteem.
Roep de hulp in van een merkdealer.
WAARSCHUWING
Voor uw eigen veiligheid dwingt het waarschuwingslampje u onmiddellijk te stoppen zonder het verkeer in gevaar te brengen. Stop de motor
en start deze niet opnieuw. Roep de hulp in van een merkdealer.