Terug naar de lijst![](/sites/default/files/uas/nld/B1316A/img_10006_b1316_047_1.png)
![](/sites/default/files/uas/nld/B1316A/img_12061_a290_006_1.png)
My Safety
My Safety
Introductie
Met de functie "Mijn veiligheid" kan een aantal rijhulpfuncties tegelijkertijd worden
gedeactiveerd of geactiveerd.
Afhankelijk van de auto kunt u de functie "Mijn veiligheid" in het multimediascherm
configureren door de rijhulpfuncties te selecteren die als groep moeten worden uitgeschakeld.
Werkzaamheden
![](/sites/default/files/uas/nld/B1316A/img_10006_b1316_047_1.png)
"ALL ON"-modus
Afhankelijk van de auto zijn de betrokken functies en configuraties van rijhulp:
- geluidswaarschuwing snelheidsverklikkerDETECTIE VAN VERKEERSBORDEN;
- preventie verlaten rijstrookPREVENTIE VERLATEN RIJSTROOK;
- detectie bestuurdersalertheid DETECTIE BESTUURDERSALERTHEID;
- Noodpreventie verlaten rijstrook NOODPREVENTIE VERLATEN RIJSTROOK.
Wanneer de modus "ALL ON" is geactiveerd, wordt de melding "My Safety All ON geselecteerd" weergegeven op het instrumentenpaneel om dit te bevestigen. De rijhulpmiddelen die
in deze modus beschikbaar zijn, worden geactiveerd.
Modus "Aangepast"
Vanuit deze modus kunt u bepaalde rijhulpmiddelen deactiveren of opnieuw activeren die beschikbaar zijn in de modus "ALL ON" die eerder is geconfigureerd met het instellen van "Mijn aangepaste veiligheid".
Druk terwijl het contact aan staat tweemaal achter elkaar op de knop 1 om de modus "Perso" te activeren. De eerste keer dat u erop drukt, wordt de melding "Druk nogmaals My Safety Perso" weergegeven op het instrumentenpaneel. Na de tweede keer drukken gaat het controlelampje
op knop 1 uit. "Perso" modus is geactiveerd. Het bericht "My Safety Perso geselecteerd" verschijnt op het instrumentenpaneel.
Om terug te schakelen naar de modus "ALL ON", drukt u eenmaal op de knop 1. Het controlelampje in de knop 1 licht even op.
Raad
Afhankelijk van de auto en de tijdsduur na de laatste keer dat de motor is gestopt,
wordt de modus "ALL ON" opnieuw geactiveerd:
- bij het ontgrendelen van de auto
of
- bij het openen van een portier;
of
- bij het opnieuw starten van de motor.
Configureren van "Mijn aangepaste veiligheid"
WAARSCHUWING
Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.
Raad
De "My Safety Custom"-instellingen die zijn opgeslagen voor de "Custom"-modus, worden opgeslagen wanneer de motor het laatst is gestopt of wanneer de portieren
zijn vergrendeld.
Configuratie van het multimediascherm 2
![](/sites/default/files/uas/nld/B1316A/img_12061_a290_006_1.png)
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor meer informatie.